Katholieke Vereniging van Bejaardentehuizen
Archiefnummer: 962
Archiefnaam: KVB
Sector: Caritas en maatschappelijk werk
Soort archief: Instellingsarchief
Datering: (1933) 1957-1999
Voor inzage toestemming aanvragen via de archivaris
Ten geleide
Katholieke Vereniging van Bejaardentehuizen (1933) 1957-1999 [1]
- Oprichting
De organisatie van de katholieke bejaardenzorg begon in de jaren vijftig van de 20ste eeuw vaste vormen aan te nemen en vond in eerste instantie plaats op diocesaan niveau. In de Katholieke Nationale Federatie van Bejaardenzorg (KNFB) die in 1954 was opgericht werkten de autonome diocesane stichtingen samen. De totstandkoming van een landelijke vereniging van bejaardentehuizen liet vervolgens nog maar even op zich wachten.
Nadat eerst het aartsbisdom Utrecht en het nog jonge bisdom Groningen besloten tot het in het leven roepen van een Commissie van Voorbereiding om voor hun diocesen een vereniging van bejaardenhuizen op te zetten, werden al snel de bisdommen Haarlem en Rotterdam benaderd om zich bij de noordelijke bisdommen aan te sluiten. Nadat deze aansluiting was gerealiseerd, breidde de commissie haar doelstelling verder uit en streefde ernaar om een landelijke vereniging van bejaardenhuizen tot stand te brengen. Verder wenste de commissie een rechtstreeks lidmaatschap van de zelfstandige bejaardentehuizen bij de op te richten landelijke vereniging.
Juist tegen deze laatste wens verzetten zich de zuidelijke bisdommen Breda, Den Bosch en Roermond. Zij zagen meer heil in het handhaven van de diocesane autonomie en een intensievere samenwerking op federatieve grondslag. Pas na intensief overleg, steeds met steun van de KNFB, werden de bisdommen Breda en Den Bosch overtuigd. In 1957 ging tenslotte ook het bisdom Roermond akkoord met de oprichting van een landelijke vereniging. Op 11 september 1957 werd in Utrecht de oprichtingsvergadering van de Katholieke Vereniging van Bejaardentehuizen (KVB) gehouden.
- Organisatie
De algemene ledenvergadering was het hoogste orgaan binnen de KVB en werd één of twee keer per jaar gehouden[2]. Naast de beslissingen die genomen werden ten aanzien van huishoudelijke aangelegenheden, waren de jaarredes van de voorzitter en de lezingen van gastsprekers, waarbij belangrijke, actuele thema's werden belicht, vaste onderdelen van de algemene ledenvergadering.
Het algemeen bestuur werd gevormd uit de voorzitters of bestuursleden van de districten. Daarnaast bestond er een dagelijks bestuur. In 1978 gingen beide besturen op in één bestuur. De besturen werden bijgestaan door adviseurs en commissies. Voor de dagelijkse gang van zaken was het landelijk bureau verantwoordelijk. Het bureau was achtereenvolgens gevestigd te Den Haag, Leidschendam, Houten en tenslotte vanaf 1993 in Amsterdam.
De KVB schonk vanaf de oprichting veel aandacht aan de regionale binding. Alle rapporten en nota's werden in deze districten besproken en omgekeerd was het de bedoeling dat de districten de voedingsbodem van de landelijke besturen zouden zijn. De contacten tussen het landelijk bureau enerzijds en de districten en de leden anderzijds werden in belangrijke mate onderhouden door consulenten die vanaf 1971 in vaste dienst waren aangesteld.
- Werkzaamheden
De werkzaamheden van de KVB bestonden bijvoorbeeld uit zorg voor opleidingsfaciliteiten voor bejaardenverzorgsters, het ontwikkelen van model-statuten voor de tehuizen, het treffen van inkoopregelingen en het verstrekken van specialistische adviezen op financieel-economische gebied en in de personele sfeer. Later, toen de KVB in praktische zaken samenwerkte met andere bejaardentehuizenorganisaties, werd meer aandacht besteed aan immateriële belangenbehartiging. Bijvoorbeeld het organiseren van studiebijeenkomsten en het bijeenbrengen van pastores. Belangrijk in dit verband is de instelling van de commissie Pastorale Zorg. Deze commissie gaf vorm aan de opvatting van de vereniging dat levensbeschouwing een belangrijke rol moet spelen in de hulpverlening, zowel voor de bewoners als voor de medewerkers van de tehuizen. Met verschillende nota's bracht de commissie verslag uit van haar bevindingen en populair werd de brochurereeks Geestelijke verzorging en pastoraat in het verzorgingstehuis van alledag. Een ander uitvloeisel van de activiteiten van de commissie was de oprichting van pastorale beraden in vele tehuizen.
Voorlichting en adviezen werden verstrekt door de consulenten maar vooral ook via artikelen die de KVB publiceerde in periodieken als Katholieke Bejaardenzorg en Op leeftijd. Zelf gaf de KVB brochures, circulaires en het informatieblad KVB-info uit.
- Samenwerking
Vanaf de oprichting van de KVB in 1957 maakte zij deel uit van de KNFB. Deze federatie was een koepelorganisatie van alle voor de katholieke bejaardenzorg van belang zijnde organisaties. Vooral op het gebied van scholing van personeel speelde de KVB een actieve rol in de KNFB. In 1966 ging de KNFB onder de naam Raad van Overleg Bejaardenwerk op in het Landelijk Sociaal-Charitatief Centrum.
Samenwerking met andere bejaardentehuizenorganisaties kwam vanaf 1965 langzaam van de grond. Samen met de Protestantse Vereniging van Instellingen voor Bejaardenzorg (PVIB), de Algemene Vereniging van Instellingen voor Bejaardenzorg (AVIB) en later de Humanistische Stichting voor Huisvesting van Bejaarden (HSHB) werd in 1970 de Stichting Landelijke Samenwerking Bejaardentehuizenorganisaties (LSB) opgericht. De KVB was binnen de LSB de grootste organisatie en het meest bereid tot intensievere samenwerking op beleidsniveau. Onder druk van de KVB werd in 1978 de Stichting LSB omgezet in een federatie.
Behield de KVB binnen de KNFB en LSB nog haar hele zelfstandigheid, veel ingrijpender was de participatie in de Vereniging van Nederlandse Bejaardenoorden (VNB). De KVB gaf daarmee een groot deel van haar activiteiten en organisatie uit handen en richtte zich vervolgens uitsluitend op levensbeschouwelijke aangelegenheden.
Naast deze beroepsgeoriënteerde samenwerkingsverbanden, onderhield de KVB contacten met kerkelijke organisaties en maatschappelijke organisaties als het Secretariaat van de Rooms Katholieke Kerkprovincie (SRKK) en het Verband van Katholieke Maatschappelijke Organisaties (VKMO).
- De KVB verder als identiteitsorganisatie
Na de totstandkoming van de VNB moest de KVB zich bezinnen op haar nieuwe positie. De commissies Identiteit en Pastorale Zorg[3] leverden daarbij fundamentele bijdragen. Zo verzorgde de eerstgenoemde commissie in 1989 de notitie Daar staan wij voor...! Identiteit en zorgbeleid in het verzorgingstehuis. Een uitnodiging tot bezinning en gesprek. Tot een definitieve afronding van haar positiebepaling is het door de voortdurende veranderende relaties met de VNB, de overheid en de maatschappelijk organisaties echter nooit gekomen.
- Statutenwijziging, naamsverandering en opheffing
Na een statutenwijziging in 1996 werden naam en doelstellingen van de KVB veranderd. Het in onbruik geraakt begrip bejaardenoord werd vervangen door de modernere term woon- en zorgcentrum. De bijna veertigjarige vereniging heette vanaf dat moment Katholieke Vereniging voor Woon- en Zorgcentra (KVWZ). Nieuw was ook dat de nieuwe statuten betaalde dienstverlening mogelijk maakten.
Lang heeft deze nieuwe verenigingsstructuur niet standgehouden. In 1999 werd de KVWZ wegens het ontbreken van voldoende financiële middelen opgeheven.[4] Het ‘geestelijke erfgoed' werd overgedragen aan de Katholieke Stichting Ouderenzorg Nederland.
[1] De onderstaande gegevens zijn voornamelijk ontleend aan het artikel "‘Het is wel eens goed het eigene te benadrukken': de Katholieke Vereniging van Bejaardentehuizen en haar identiteit, 1957-1997" dat W. Dings schreef in het jubileumboek van de KVWZ: Zin in oud worden (1997). Daarnaast is voor wat aanvullende gegevens gebruik gemaakt van de jaarverslagen.
[2] Leden waren de aangesloten bejaardentehuizen. Om een indruk te krijgen van de omvang van het aantal leden: in 1969 bedroeg het aantal aangesloten tehuizen 457, goed voor 33.683 verzorgingsplaatsen en 2.270 woningen. In 1987 telde de KVB 587 ledentehuizen met 47.136 verzorgingsplaatsen en 14.265 woningen.
[3] In 1993 werden beide commissies samengevoegd tot de commissie Identiteit, Levensbeschouwing en Pastoraat (CILP).
[4] Inv.nr. 1044.
De basislijst is onderverdeeld in vier rubrieken:
Rubriek 1 bevat de vergaderstukken van de algemene ledenvergadering, het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur.
Rubriek 2 bevat enkele series correspondentie.
Rubriek 3 bevat de overige basisdocumenten zoals de vergaderstukken van de commissies Identiteit, Pastorale Zorg (later samengevoegd) en Vorming, statuten, jaarrekeningen en andere beleidsaangelegenheden.
Rubriek 4 bevat alle overige documenten. Ook de grote serie correspondentie met de ledentehuizen valt onder deze rubriek.
Literatuur van en over de Katholieke Vereniging van Bejaardentehuizen of de Katholieke Vereniging van Woon- en Zorgcentra kunt u vinden in RUQuest.
KDC – Beeld en Geluid
De collectie Beeld en geluid kunt u doorzoeken via de Catalogus van het KDC. Door te zoeken op ‘Katholieke Vereniging van Bejaardentehuizen’ of ‘Katholieke Vereniging van Woon- en Zorgcentra’ vindt u het bedoelde materiaal.