Koenen, Marie

Archiefnummer: 259
Archiefnaam: KOEN
Sector: Cultuur en recreatie
Soort archief: Persoonsarchief
Datering: 1847-1962

Het archief bevat:
Verhalen in manuscript en typescript, gedichten, aantekeningen en artikelen; artikelen over Marie Koenen en recensies van haar werk; correspondentie.

Plaatsingslijst met links naar gedigitaliseerde archiefstukken (pdf, 563 kB)
Het archief is beschikbaar op microfilm.

Marie Koenen

Ten Geleide
Maria Hubertina Jacoba Isabella Koenen (1879-1959)
Marie Koenen werd op 19 januari 1879 geboren te 's-Hertogenbosch als oudste dochter van M.J. Koenen, de samensteller van het bekende Verklarend Handwoordenboek der Nederlandse Taal. Haar moeder stamde uit de artistieke familie Bogaerts. Haar vader werd in 1880 overgeplaatst naar Maastricht, waar hij les ging geven aan de rijksnormaalschool. Marie Koenen bezocht in de negentiger jaren deze school, waardoor zij erg onder de invloed van haar vader heeft gestaan.
De stimulans om haar werk te publiceren in het pas opgerichte tijdschrift Van Onzen Tijd kwam van Maria Viola. Marie Koenen publiceerde hierin onder haar eigen naam, in tegenstelling tot de Katholieke Illustratie, waarin zij het pseudoniem "Anne van Zuiden" gebruikte.
Omdat zij op eenjarige leeftijd reeds in Limburg was komen wonen, raakte zij zeer met Limburg vergroeid. Haar liefde voor Limburg komt dan ook uit al haar verhalen naar voren. Daarbij was zij door en door katholiek, waarvan zij ook veelvuldig getuigt. Zij trouwde met Felix Rutten, schrijver en dichter, die voornamelijk in Italië woonde en werkte.

Marie Koenen schreef vele sagen en legenden. Zij schreef in tijdschriften voor de jeugd en maakte deel uit van de redactie van Jong Leven. Zij schreef artikelen in dames- en gezinsbladen zoals Bij Ons Thuis. In De Beiaard publiceerde zij haar eerste roman De Moeder, waarin zij haar eigen moeder beschrijft, die in 1910 gestorven was. In dit tijdschrift publiceerde zij ook haar neo-romantisch ridderverhaal Parcival.
Marie Koenen was lid van het Limburgs Geschied- en Oudkeidkundig Genootschap (LGOG), de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde en de Vereniging voor Letterkundigen. Tevens was zij erelid van de Société des Gens de Lettres de France. In 1948 ontving zij de Brand-van-Gent-prijs voor haar in 1947 verschenen roman Wassend Graan. In 1949 werd zij Doctor Honoris Causa in de Letteren aan de Katholieke Universiteit Nijmegen.

Zij onderhield zeer veel contact met andere letterkundigen van haar tijd, zowel in Nederland als in Vlaanderen. Vaak was ze in het buitenland, vooral in Bretagne, waar ze inspiratie opdeed. Hier zijn ook haar Bretonse sagen en legenden ontstaan. Op haar zeventigste verjaardag werd zij Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Haar laatste levensjaren bracht zij door in Huize Vorenhof te Valkenburg. Zij stierf in Maastricht op 11 juli 1959.

De correspondentie uit haar jeugd berust bij haar vriendin, mevrouw Peynenburg-Hamers. Veel contact had Marie Koenen met H.W.M. van Bommel, leraar Nederlands in Maastricht en actief in studentenkringen.

Literatuur van en over Marie Koenen kunt u vinden in RUQuest en Picarta.
- Biografie: via Biografisch portaal van Nederland.
- Bibliografie in: Digitale bibliotheek voor de Nederlandse Letteren - Marie Koenen

KDC - Knipselcollectie
De knipselcollectie bevat naast knipsels uit dag- en weekbladen diverse andere vormen van min of meer losbladige informatie, zoals persberichten van het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP), overlijdensberichten, fotokopieën uit bio- en bibliografische naslagwerken enz. De knipsels over Marie Koenen zijn beschikbaar in de studiezaal van het KDC.

KDC – Beeld en Geluid
De collectie Beeld en geluid kunt u doorzoeken via de Catalogus van het KDC. Door te zoeken op ‘Koenen, Marie’ vindt u het bedoelde materiaal.