Lutkie, W.L.

Archiefnummer: 117
Archiefnaam: LUTK
Sector: Cultuur en recreatie
Soort archief: Persoonsarchief
Datering: (1783) 1906-1966

Het archief is alleen digitaal te bekijken. Het grootste deel van het archief is online in te zien via de links achter de beschrijvingen. Voor het materiaal dat niet online in te zien is, moet u toestemming aanvragen aan de archivaris. U kunt, indien toestemming verleend wordt, het gedigitaliseerde materiaal op de kdc-studiezaal raadplegen.

Het archief bevat
Stukken betreffende de persoon Lutkie en betreffende activiteiten van persoonlijke aard waaronder reisactiviteiten en lidmaatschappen van verenigingen; financiële stukken en stukken betreffende onroerende goederen, o.a. "Soli Deo"; correspondentie door Lutkie gevoerd met verwanten en vrienden; stukken van diverse aard waaronder catalogi van de bibliotheek van Lutkie; stukken betreffende activiteiten voortvloeiende uit zijn priesterschap waaronder internationale kerkelijke activiteiten, de begeleiding van Oostenrijkse kinderen (oorlogsslachtoffertjes) naar Wenen, correspondentie van de kerkelijke overheid en uit hoofde van zijn priesterschap en documentatie over religieuze aangelegenheden, congressen en cursussen; stukken betreffende politieke activiteiten waaronder lidmaatschappen van politieke bewegingen, actiegroepen en genootschappen, stukken in verband met zijn belangstelling voor Mussolini, correspondentie met functionarissen van politieke groeperingen en met politieke relaties en documentatie betreffende politieke organisaties en oorlogssituaties in Nederland en in het buitenland; stukken betreffende sociale activiteiten te weten het Soli-Deo werk en de Arbeidersgemeenschap, en overige activiteiten zoals de drankbestrijding en het Esperantisme; stukken betreffende medewerking aan kranten en tijdschriften, publicaties, vertaalwerkzaamheden, teksten voor voordrachten, lidmaatschappen van journalistenkringen en -federaties en correspondentie met andere publicisten; stukken van de heer C.B. Ras en mevrouw H. Ras-Van den Eerenbeemt; collecties van illustratief materiaal en collecties van publicaties. NB.: Het KDC-archief van A.A.M. Cuypers bevat correspondentie met Wouter Lutkie.

Plaatsingslijst gevolgd door rubriekenschema (pdf, 847 kB) vernieuwd maart 2017. Wanneer u op een beschrijving in deze lijst klikt, wordt u doorverwezen naar onze online catalogus. In onze online catalogus kunt u vervolgens, mits online beschikbaar, de scans van het beschreven archiefstuk bekijken.

Wouter Lutkie in 1934

Ten geleide
Wouterus Leonardus Lutkie (1887-1968)
Wouterus Leonardus Lutkie werd op 23 februari 1887 te 's-Hertogenbosch geboren als zoon van Leo Lutkie en Maria van den Heuvel. Zijn vader importeerde runderhuiden uit het buitenland, en ook de zoon was voorbestemd voor de handel. Hij bezocht te Nijmegen de middelbare handelsschool, en was tot 1912 werkzaam in de traanhandel te Rijen. Het was in deze tijd dat hij zich reeds deed kennen als een sociaal bewogen katholiek: de arbeidersorganisaties en ook de drankbestrijding gingen hen zeer ter harte. In deze periode hield hij zich tevens bezig met Esperanto en filosofie.
Pas op 25-jarige leeftijd deed Lutkie zijn intrede in het kleinseminarie van het bisdom te 's-Hertogenbosch te St. Michielsgestel. Reeds één jaar later zette hij zijn studies voort aan het grootseminarie te Haaren. In juni 1919 vond zijn priesterwijding plaats, waarna Lutkie tot kapelaan te Gemonde werd benoemd. Dat zou hij niet lang blijven. Begin 1922 werd hij op eigen verzoek door mgr. A.F. Diepen, met wie hij reeds op gespannen voet leefde vanwege het verschijningsverbod van het tijdschrift Vreugde, van zijn ambt ontheven, en nam hij zijn intrek op "Soli Deo", een huisje op het landgoed van Cees en Maria Ras van den Eerenbeemt te Nuland. Daar zou hij zijn hele leven verder blijven wonen, op een hondertal meters afstand van de boerderij van het bevriende echtpaar, met wie hij voortaan alle lief en leed zou delen.
Het feit dat Wouter Lutkie ambteloos priester was geworden, impliceerde niet dat zijn belangstelling voor kerkelijke en religieuze aangelegenheden verdwenen was. Integendeel. Bovenal bleef hij zich priester voelen. "Priester-publicist" was een kwalificatie die hij zichzelf bijzonder graag gaf. Hij dacht en werkte vanuit zijn priesterschap, voor God alleen, Soli Deo. Bij enkele toenmalige ontwikkelingen binnen het katholicisme is Lutkie daadwerkelijk betrokken geweest.
De politiek van de Roomsch Katholieke Staatspartij kon Lutkie niet onderschrijven. Hij keurde de democratie - volgens hem de oorzaak van veel zedelijk verval - af en was sterk geporteerd voor een absolutistisch staatsgezag. Het waren onder meer de denkbeelden van de Action Francaise en van het Italiaans fascisme die hem geweldig aanspraken. Als spreekbuis voor zijn ideeën mag het blad Katholieke Staatkunde gelden, dat in 1922 was opgericht door E. Verwiers. Sinds Mussolini's mars op Rome (30 oktober 1922) werd de toon van dit blad steeds feller; zozeer zelfs dat mgr. A.F. Diepen zich genoodzaakt zag het blad te verbieden nog langer het predicaat "katholiek" te voeren (29 november 1923). Gezagsgetrouw als Lutkie en de zijnen waren, zwichtten zij voor het bisschoppelijk gebod. Vanaf 1924 heette het blad Opbouwende Staatkunde. Het stond onder leiding van de reeds genoemde mevr. M. Ras en het was nauw verbonden met het op 13 januari 1924 opgerichte Genootschap voor Opbouwende Staatkunde. Lutkie was voorzitter van dit genootschap totdat hij op 8 mei door de kerkelijke overheid gedwongen werd deze functie neer te leggen. Vanaf dat moment zou Lutkie geen bestuursfuncties in een politieke partij meer aanvaarden. Wel trad hij vaak als adviseur op, met name ter bevordering van fusies binnen de herstelbeweging. Als lid van de Nationale Unie (sinds 1925) kwam hij in aanraking met de Algemeene Nederlandse Fascisten Bond (ANFB). Hij nam in 1933 zitting in haar Raad van Toezicht en bereidde zo vanuit twee groeperingen de Corporatieve Concentratie voor, waarin de Nationale Unie, de ANFB en de Fascistische Jongeren Bond (FJB) samen gingen werken. De conflicten binnen de beweging zouden echter zo hoog oplopen dat de samenwerking al binnen een jaar beëindigd zou worden (voorjaar 1934).
Tegelijkertijd begon ook het anti-democratische aartsconservatisme in Nederland zich te bundelen in Het Verbond voor Nationaal Herstel, dat grotendeels bestond uit sterk nationalistisch denkende militairen en ex-kolonialen. Met deze groepering heeft Wouter Lutkie ook intens contact gehad, met het oog op nauwere samenwerking binnen de herstelbeweging.
Zowel op nationaal, als op internationaal niveau is Lutkie werkzaam geweest voor de verspreiding van het fascisme. In Nederland verspreidde hij zijn ideeën vooral via het blad Aristo-, dat gerust vanaf de oprichting in 1930 Lutkie's blad genoemd mag worden. In 1934 was hij één der oprichters van het Istituto Universale di Studi Corporativi (IUSC), waarvan een groot aantal Italiaanse fascistische theoretici en fascistenleiders uit verschillende West-Europese landen lid zijn geworden.
De economische nood waarin een groot deel van de Nederlandse bevolking in de jaren '30 verkeerde, trok Lutkie zich sterk aan. Als lid van het comité van aanbeveling verleende hij steun aan de Arbeidersgemeenschap, waartoe Jan van Mackelenberg in 1935 het initiatief had genomen.
Van veel groter importantie evenwel was Lutkie's "Soli-Deo"-werk: het verlenen van sociale en juridische bijstand aan ieder die hem erom kwam vragen. Dit werk strekte zich uit over de periode 1923-1962. Met name vóór de Tweede Wereldoorlog voerde hij gesprekken, stelde hij conceptbrieven op en schakelde hij relaties in om het hoofd te bieden aan deurwaardersdreigingen, werkloosheid, rechtsvervolging en andere financiële, sociale of juridische problemen van de weinig ontwikkelde Oost-Brabantse landbouwbevolking. Ook tijdens en na de oorlog werd het "Soli-Deo"-werk voortgezet.
Hierboven werd al opgemerkt dat Lutkie zichzelf graag "priester-publicist" noemde. Inderdaad namen zijn publicistische activiteiten een grote plaats in. Hij schreef boeken en artikelen en leverde vertalingen uit het Italiaans, het Frans of het Engels. Het gros van zijn artikelen werd gepubliceerd in het reeds genoemde tijdschrift Aristo-. Tot 1965 is dit blad blijven bestaan, zij het dat het in 1943 door de bezetter werd verboden en in 1945-1946 verschenen is in de vorm van een brochurereeks Ten beste... Aristo- is zeker geen politiek strijdblad geweest, al werden er veel politiek georiënteerde artikelen in opgenomen. De ondertitel "algemeen cultureel tijdschrift" was wel degelijk juist. Reeds ca. 1938 werden de zuiver politieke bijdragen al minder, om na de oorlog geheel te verdwijnen. Het blad moest in 1965 worden opgeheven wegens een tekort aan abonnees.
Op 23 januari 1968 overleed Wouter Lutkie.
Zie ook R.C.J. van Maanen, Inventaris van het archief van Wouter Lutkie pr. 1887-1968, in: Archieven van het Katholiek Documentatie Centrum, band 1 (Nijmegen 1973), p. 152-252. Leeszaal KDC.

Literatuur van en over W.L. Lutkie of Wouter Lutkie kunt u vinden in RUQuest en Picarta.
Zie ook: Wim Zaal, De herstellers: lotgevallen van de Nederlandse fascisten en van Wouter Lutkie's  tijdschrift Aristo, Utrecht 1966.
- Biografie via Biografisch portaal van Nederland.

KDC - Knipselcollectie
De knipselcollectie bevat naast knipsels uit dag- en weekbladen diverse andere vormen van min of meer losbladige informatie, zoals persberichten van het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP), overlijdensberichten, fotokopieën uit bio- en bibliografische naslagwerken enz. De knipsels over W.L. Lutkie zijn beschikbaar in de studiezaal van het KDC.

KDC – Beeld en Geluid
De collectie Beeld en geluid kunt u doorzoeken via de Catalogus van het KDC. Door te zoeken op ‘Lutkie, W.L.’ vindt u het bedoelde materiaal.