Stichting Thuisfront Nederlandse Priesters in Frankrijk (NEPRIF)
Archiefnummer: 841
Archiefnaam: TNPF
Sector: Kerkelijk en godsdienstig leven
Soort archief: Instellingsarchief
Datering: 1961-2010
Voor inzage toestemming aanvragen via de archivaris
Het archief bevat financiële verslagen, reisverslagen en vele persoonsdossiers.
Ten geleide
Stichting Thuisfront Nederlandse Priesters in Frankrijk (NEPRIF) (1961-2010)
NEPRIF
Verleden, heden en toekomst
Dat Nederland in de twintigste eeuw een land was dat rijk was aan priesters, is de meeste mensen bekend. En dat is niet verwonderlijk, velen hebben familieleden en plaatsgenoten die in die tijd priester werden. Nederland was dan ook een land dat feitelijk zoveel priesters had dat er meer waren dan in eigen land nodig. Vele priesters gingen dan ook als missionaris naar verre landen in bijvoorbeeld Afrika, Zuid-Amerika of Indonesië. Uit die landen keerden ze op hun oude dag veelal terug naar het vaderland, omdat ze ginds niet ten laste wilden komen van een jonge kerk met vele noden en bescheiden middelen. Ze waren uitgetrokken om te gaan helpen en niet om geholpen te worden. Dus kwamen ze terug, evenals vele broeders en zusters van kloosterordes.
In Frankrijk was er in de vorige eeuw een tekort aan priesters. Al in de Tweede Wereldoorlog gingen er dan ook vele jonge Nederlandse priesters naar dat land, waar zij in feite direct verantwoordelijk werden voor een of meer parochies. Ook deze priesters, waarvoor de sociale voorzieningen in Frankrijk in die jaren nog minimaal waren, werden, voor zover mogelijk, financieel gesteund door hun familie en collega geestelijken. De priesters werden nogal eens overgeplaatst en kwamen vaak terecht in pastorieën die nodig opgeknapt moesten worden. Ook voor vele parochiekerken waaraan zij waren verbonden en andere semikerkelijke gebouwen, zoals parochiehuizen, gold hetzelfde.
Met name het echtpaar Waals – Schlatmann [Anton Waals; Elisabeth Waals (geboren Schlatmann), 1896 - 1988] trok zich het lot van deze priesters in Frankrijk erg aan en besloot in 1963 een stichting op te richten om gestructureerd hulp en ondersteuning te kunnen bieden: Stichting Thuisfront Nederlandse Priesters In Frankrijk, kortweg NEPRIF. In de eerste jaren gerund vanuit een zolderkamertje en langzamerhand uitgegroeid tot een volwaardige stichting met een zelfstandig secretariaat. Maar steeds met een grote schare aan vrijwilligers, zowel uitvoerend als ondersteunend en bestuurlijk. Dankzij de ondersteuning door vele donateurs en via erfenissen, legaten en schenkingen konden vele tientallen jaren de priesters worden ondersteund in hun dagelijkse levensbehoeften. Naast financiële hulp werd er vaak ook praktische hulp geboden: werkgroepen van jongeren en/of senioren gingen ter plaatse daadwerkelijk aan de slag en hebben (met financiële ondersteuning van NEPRIF) vele pastorieën, kerken en andere gebouwen opgeknapt.
In tegenstelling tot de eerdergenoemde missionarissen in echt verre landen blijven de meeste Nederlandse priesters in Frankrijk veelal tot op zeer hoge leeftijd hun pastorale taken vervullen. Evenals in Nederland vaak voor een groot aantal parochies en dan aldaar vaak nog op relatief grote afstand van elkaar gelegen. Weliswaar is het aantal in Frankrijk werkende Nederlandse priesters langzamerhand fors teruggelopen (van ruim 400 in de zestiger jaren naar ongeveer 40 nu) en zijn de sociale voorzieningen, zoals een pensioenregeling, gelukkig langzamerhand aanzienlijk verbeterd. De meeste kerkgebouwen zijn juridisch eigendom van de overheid, maar met een teruglopend aantal gelovigen hebben de parochies ook teruglopende inkomsten. Er blijft dan ook in de komende jaren nog een flinke taakstelling voor NEPRIF. De onderlinge afstanden tussen de parochies vragen om adequate vervoersvoorzieningen, die priesters vaak niet geheel uit hun salaris kunnen bekostigen. Ook voor de aanschaf van kostbare hulpmiddelen om nog goed te kunnen horen of lezen vragen zij regelmatig ondersteuning. Deze worden vaak niet volledig door de verzekeringen vergoed, doch zijn mede vanwege hun veelal hoge leeftijd echt noodzakelijk. Tevens ziet NEPRIF het daarbij als haar taak om ook de nog ongeveer 20 aides-aux-prêtres, die de priesters in hun pastorale taken ondersteunen, een menswaardig bestaan te (blijven) geven. Na het overlijden van hun priester zijn zij feitelijk vaak helemaal aan hun lot overgeleverd.
Daarnaast blijkt dat het secretariaat vooral voor de priesters nog steeds een belangrijke en gewaardeerde vraagbaak dan wel uitlaatklep op velerlei gebied vormt. De regelmatige contacten vormen voor de priesters, blijkens de vele positieve en dankbare reacties, vaak een belangrijk klankbord en zijn soms nog de enige binding met het vaderland.
In het bewustzijn dat de vorm, inhoud en omvang van de ondersteuning vanuit NEPRIF zich langzamerhand gaat wijzigen, is het bestuur zich thans aan het oriënteren over de taakstelling en –uitvoering van NEPRIF in de toekomst. Zij gaat er daarbij van uit dat een volledig secretariaat in de huidige vorm en omvang uiteindelijk niet meer passend en financieel verantwoord is.
Ten eerste worden daartoe thans de langzamerhand fors uitgegroeide archieven van NEPRIF opgeschoond en blijvend ondergebracht bij een voor eenieder toegankelijke landelijke instelling: het Katholiek Documentatie Centrum (KDC) van de Radboud Universiteit Nijmegen. […] Door het onderbrengen van de archieven van NEPRIF in het KDC blijft het vele werk dat in NEPRIF-verband is verricht echter ook in de toekomst op een uitstekende manier toegankelijk voor geïnteresseerden.
Ondertussen lopen binnen het bestuur de verkenningen tot het vooral facilitair onderbrengen van een afgeslankt doch nog steeds zelfstandig secretariaat binnen een gelijksoortige organisatie(cluster). Het werk waarmee het echtpaar Waals – Schlatmann in 1963 startte is immers nog lang niet voltooid. Wij hopen daarbij op uw blijvende financiële ondersteuning en zullen u op de hoogte blijven houden van onze vorderingen in het omvormen van een ook in de toekomst doelmatige organisatie ter ondersteuning van de (voormalige) Nederlandse priesters in Frankrijk en hun aides-aux-prêtres.
[2010]
Eduard Ribberink, secretaris/penningmeester
Literatuur van en over het Thuisfront Nederlandse Priesters in Frankrijk kunt u vinden in RUQuest.
KDC – Knipselcollectie
De knipselcollectie van het KDC bevat naast knipsels uit dag- en weekbladen diverse andere vormen van min of meer losbladige informatie, zoals persberichten van het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP), overlijdensberichten, fotokopieën uit bio- en bibliografische naslagwerken enz. De knipsels over het Thuisfront Nederlandse Priesters in Frankrijk zijn beschikbaar in de studiezaal van het KDC.