Vereniging van Pastoraal Werkenden Nederland

Archiefnummer: 1013
Archiefnaam: VPW
Sector: Kerkelijk en godsdienstig leven
Soort archief: Instellingsarchief
Datering: 1969-2003

Voor inzage toestemming aanvragen via de archivaris

Zie ook de KDC-archieven van de Vereniging van Pastoraal Werkenden, bisdom 's-Hertogenbosch en de Vereniging van Pastoraal Werkenden, aartsbisdom Utrecht

Plaatsingslijst (pdf, 673 kB)

Kraam met tekst 'federatie VPW Nederland', 1991

Ten geleide
Vereniging van Pastoraal Werkenden Nederland (1969-2003)
De Vereniging van Pastoraal Werkenden Nederland (VPW) is de koepelorganisatie van de diocesane Verenigingen van Pastoraal Werkenden. Daarnaast zijn er werkgroepen die op diverse wijzen de diocesane VPW’s ondersteunen. De VPW Nederland is een collegiaal verband van priesters, diakens, pastoraal werk(st)ers en Rooms-Katholieke theologen, die op grond van een voltooide, kerkelijk erkende theologische opleiding op academisch of HBO-niveau in de Nederlandse kerkprovincie werkzaam zijn of geweest zijn in het pastoraal beroep of als docent aan een van de genoemde opleidingen. Ook de zogenaamde 2e of 3e lijnswerkers die pastorale taken ondersteunen kunnen lid zijn.
De VPW ziet als Kerntaken het bijdragen aan de ontwikkeling van het beroep, tegen de achtergrond van de diversiteit in ambten; het motiveren en stimuleren van bezinning en spirituele groei bij haar leden. De leden worden uitgedaagd hun professionaliteit te versterken, hun kennis actueel te houden en hun vaardigheden op peil te houden, en tot collegiaal gesprek. Daarnaast is de VPW een belangenvereniging op het gebied van het bevorderen van adequate arbeidsomstandigheden, het onderhandelen over arbeidsvoorwaarden en de individuele belangenbehartiging.
De VPW Nederland biedt een plaats waar leden in vrijheid hun zorgen, gedachten, ideeën  rondom de uitoefening van hun beroep kunnen uiten en waar men gerespecteerd wordt in zijn of haar mening. De Vereniging brengt actief onderwerpen en actuele thema’s in gesprek die voor de leden belangrijk zijn, zowel op diocesaan als op landelijk niveau binnen en buiten kerkelijke instanties. Over deze onderwerpen wordt gesproken in verbondenheid met de Schrift en de RK traditie als gezamenlijke inspiratiebron. In de dialoog met wie dan ook, wordt steeds gezocht naar een communicatiekader waarbinnen mensen elkaar, ook in onenigheid, verstaan, met begrip en respect voor verschillende posities die door de gesprekspartners worden bekleed.

In de ontwikkeling van het pastorale beroep spelen verschillende historische gebeurtenissen mee. De scheiding van Kerk en Staat in 1798 met officieel vrijheid van godsdienst waarna het katholieke volksdeel kon zich gaan emanciperen. De invoering van de kerkelijke hiërarchie in 1853 die sterker zelfbewustzijn bracht bij de katholieken en beroering bij de protestanten. Als eenheid vormden de katholieken nu een macht in hun trouw aan hun leiders: paus en bisschoppen.
In de tweede fase van het emancipatieproces – vooral tijdens en na de Tweede Wereldoorlog – vervaagden godsdienstgrenzen door de contacten tussen personen en groepen in verzetsbeweging en gijzeling. Het isolement van de katholieken werd definitief doorbroken en de tijd voor openlijke oecumene aan de basis brak aan. De derde fase van het emancipatieproces viel in de jaren ’60 (Tweede Vaticaans Concilie 1962-1965). In Nederland werd het Pastoraal Concilie gehouden (1966-1970). De hiërarchie in de kerk leek minder belangrijk te worden en kerkgericht denken begon te verschuiven naar maatschappijgericht handelen; theocratie werd diaconie. Kerkleden werden steeds meer subject van geloven, en bisschoppen en priesters werden medegelovigen, medezoekenden in een pastoraal van de dialoog.
Hierdoor begonnen er verschillende opvattingen te ontstaan over het priesterschap: de een bleef trouw aan “Rome”, een ander ging teleurgesteld op zoek naar een andere vorm van spiritualiteit en een derde ging terug naar de oorsprong van het katholieke geloof. Steeds dringender werd gevraagd de celibaatseis voor priesters te laten vervallen en het priesterschap ook open te stellen voor leken, vrouwen, gehuwden en homo’s. Zo ontstond er een nieuw profiel waaraan “de priester” moest voldoen. Als meer wezenlijk ging gelden: de inspirerende en communicatieve kracht van het persoonlijk geloven, de theologische en pastorale vaardigheid om mensen en groepen te begeleiden in hun geloofsgroei, de uitnodigende kracht die mensen roept om hun geloven en hun gaven in dienst te stellen van anderen, de bescheidenheid om zich allereerst zoekende medegelovige te weten, de solidariteit met mensen die moet gaan boven identificatie met welk kerkelijk systeem ook. Of de pastor wel of niet beantwoordt aan deze normen, zal doorslaggevend zijn voor de plaats die de geloofsgemeenschap hem of haar zal geven.

Als laatste katholieke groep voegden de pastores zelf zich in dit emancipatieproces. Groeien tot medegelovigen in een pastoraat van de dialoog vraagt een verandering van opvattingen en (ver)houding. Ambtstheologie, hiërarchisch kerkmodel en ideologische verhouding tot de bisschop gaan steunen op een nieuwe gehoorzaamheidsvisie. Er wordt openlijk aandacht gevraagd voor geestelijke en lichamelijke gezondheid van de pastor, voor relaties – ook in seksueel opzicht –, voor een nieuwe pastorale spiritualiteit. Als beroepsgroep krijgen pastores behoefte aan een vereniging die steun biedt bij het uitoefenen van hun pastorale taak en in het behartigen van hun belangen. De bisschoppen die sinds 1970 zijn benoemd, blijken meer aan te sluiten bij de mentaliteit van de verontruste katholieken dan bij degenen die het emancipatieproces willen stimuleren. De Bijzondere Synode van de Nederlandse Bisschoppen versterkte het vermoeden en de vrees, dat verruimende ontwikkelingen binnen de kerkprovincie op zijn best niet gestimuleerd zouden worden. De kans dat veel goeds dat aan de basis was gegroeid, onmogelijk zou worden, leek groot. Pastores zochten steun bij elkaar in hun zorg en verlangens. In verschillende bisdommen hadden gewijde en niet-gewijde pastores toen al een structuur gevonden in een gezamenlijke vereniging. In andere bisdommen bereidde men deze vorm voor. De volgende uitspraak in de Bisschoppelijke Vastenbrief van 1980 De Mens in de Arbeid, legitimeerde de verwachting dat de bisschoppen het oprichten van een dergelijke vereniging door hun pastores een verantwoorde zaak zouden vinden. “Een samenleving waarin (christelijke) saamhorigheid centraal staat zoekt telkens weer naar structuren waarin zoveel mogelijk mensen zo gelijkwaardig mogelijk hun verantwoordelijkheid kunnen verwezenlijken.” De bisschoppen maakten echter uitdrukkelijk bezwaar tegen de opzet van deze verenigingen, omdat deze onafhankelijk en zelfstandig wilden zijn en zich ook zouden richten op het behartigen van maatschappelijke belangen van pastores. De pastores die zich voor het ontstaan van de verenigingen inzetten, wilden niet als tegenpartij maar wel als gesprekspartner ten opzichte van de bisschoppen staan. De zelfstandigheid van de vereniging kan mogelijk maken, dat aan de basis dat wordt gedaan, wat de bisschop soms niet kan doen wegens zijn positie.
Gewijde en niet-gewijde pastores verenigden zich per bisdom en zochten naar een vorm van contact met hun bisschop. In dezelfde vastenbrief De Mens in de Arbeid schrijven de bisschoppen: “Gelukkig mag ieder voor zijn belangen opkomen. Meningsverschillen en conflicten hoeven niet negatief te zijn.” Vanaf 1979 werden daartoe in de bisdommen de Verenigingen van Pastoraal Werkenden (VPW’s) opgericht. Op landelijk niveau kwamen vertegenwoordigers van deze zeven verenigingen bij elkaar in het Landelijk Beraad. In 1987 is het Landelijk Beraad omgevormd tot de Federatie VPW Nederland.
Bronnen:  Inventarisnummer 218 (brochure Van waaruit en waartoe – 7 verenigingen van pastoraal werkenden, 1986) en website VPW .

Literatuur van en over de Vereniging van Pastoraal Werkenden Nederland kunt u vinden in RUQuest.

KDC – Beeld en Geluid
De collectie Beeld en geluid kunt u doorzoeken via de Catalogus van het KDC. Door te zoeken op ‘Vereniging van Pastoraal Werkenden Nederland’ of ‘VPW’ vindt u het bedoelde materiaal.