Katholieke Onderwijzersvereniging in het Aartsbisdom Utrecht en het Bisdom Groningen Sint Lebuïnus

Archiefnummer: 209
Archiefnaam: LEBU
Sector: Onderwijs en Wetenschappen
Soort archief: Instellingsarchief
Datering: 1898-1978

Voor inzage toestemming aanvragen via de archivaris

Plaatsingslijst (pdf, 116 kB) vernieuwd juli 2013


Ten geleide
Katholieke Onderwijzersvereniging in het Aartsbisdom Utrecht en het Bisdom Groningen Sint Lebuïnus (1898-1978)
In 1889 richtte mgr. P.M. Snickers de Sint Gregoriusvereniging te Utrecht op, een vereniging voor hoofden van RK bijzondere scholen in het aartsbisdom Utrecht. In 1898 werd een commissie opgericht die als taak had de voorbereiding van de oprichting van een diocesane vereniging voor hoofden en onderwijzers. Na een vergadering van het bestuur van de Sint Gregoriusvereniging trad de Sint Lebuïnusvereniging in werking: de Diocesane Vereniging van RK Bijzondere Onderwijzers in het Aartsbisdom Utrecht. In de jaren vijftig - na de splitsing van het aartsbisdom in aartsbisdom Utrecht en bisdom Groningen - Vereniging van RK Onderwijzers en Onderwijzeressen en RK Kleuterleidsters in het Aartsbisdom Utrecht en het Bisdom Groningen geheten; in de jaren zestig verdergaand als Katholieke Onderwijzersvereniging in het Aartsbisdom Utrecht en het Bisdom Groningen Sint Lebuïnus. Hierna wordt gesproken van Sint Lebuïnusvereniging omdat dit door de vereniging zelf zo werd gebezigd, blijkens het archiefmateriaal.
In de Sint Lebuïnusvereniging leefde het ideaal te komen tot één bond van RK onderwijzers in Nederland. Eén bond werd door het episcopaat echter niet goedgekeurd; een federatie tussen beide noordelijke diocesane verenigingen wel, hetgeen in 1920 leidt tot de oprichting van de Sint Willibrordusfederatie, een federatie van algemene diocesane verenigingen van RK bijzondere onderwijzers in Nederland. De bonden in het zuidelijk deel van Nederland verenigden zich in de Sint Canisiusfederatie. Beide federaties zagen wel iets in een samenwerking, hetgeen resulteerde in de commissie van Samenwerking.
Tot de Sint Lebuïnusvereniging traden de katholieke openbare onderwijzers in het bisdom Haarlem toe. De Sint Lebuïnusvereniging heet dan: Vereniging van RK Onderwijzers in het Aartsbisdom Utrecht. Het ideaal van één bond blijft leven in de Sint Lebuïnusvereniging. Dit leidde in 1933 tot de oprichting van het Katholiek Onderwijzers Verbond (KOV) te Utrecht, een federatie van algemene diocesane verenigingen van RK onderwijzers in Nederland. (Zie het KDC-archief van de Katholieke Onderwijs Vakorganisatie.) De voorzitter van de Sint Lebuïnusvereniging werd aangewezen tot voorzitter van het KOV. In 1934 kreeg het verbond een eigen orgaan, Het Katholiek Schoolblad. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleven het KOV en de Sint Lebuïnusvereniging hun werk voortzetten. Het bestuur van de verenigingen weigerde echter met prof.dr. van Genechten (NSB), die het beheer van het KOV en de Sint Lebuïnusvereniging over had genomen, samen te werken. De leden van beide verenigingen hadden inmiddels hun lidmaatschap opgezegd. In 1945 kwam het tot een herstel van de rechtspersoonlijkheid van het KOV en de Sint Lebuïnusvereniging.

In 1957 fuseerde het KOV met het Katholiek Verbond van Organisaties van Kleuteronderwijzeressen (KAVOKO). Binnen het KOV bestonden de volgende secties en groepen:
- kleuterleidsters
- middelbaar uitgebreid lager onderwijs
- opleidingen kleuterleidsters
- bijzonder lager onderwijs
- voortgezet gewoon lager onderwijs
- leraren in de lichamelijke opvoeding
- gepensioneerden

In de jaren 1970/1972 werd gewerkt aan een herstructurering van het KOV. Deze ging Katholieke Vereniging van Onderwijsgevenden heten, maar de afkorting KOV bleef gehandhaafd. De KOV werd van een federatie van vijf (inter)diocesane verenigingen en bonden één landelijke vereniging. De opheffing van de vijf (inter)diocesane verenigingen was het gevolg, te weten:
- Sint Lebuïnusvereniging
- Sint Augustinusvereniging, Vereniging van RK Onderwijsgevenden in de Bisdommen Haarlem en Rotterdam (opgericht in 1893)
- Katholieke Onderwijzers Bond, bisdom 's-Hertogenbosch [Zie het KDC-archief hiervan]
- Katholieke Onderwijzers Bond, bisdom Breda
- RK Onderwijzers Bond, bisdom Roermond

De Sint Lebuïnusvereniging belegde eens per jaar een algemene vergadering waarin alle (plaatselijke) afdelingen waren vertegenwoordigd. Interne fusies binnen de vereniging vonden plaats met betrekking tot secties, fondsen en commissies. In 1971 blijkt de samensmelting uit het bestaan van:
- een godsdienstig-cultureel-pedagogische commissie
- een fonds voor de sociale belangen en de priesteropleiding
- een sectie en kringen kleuterleidsters

In datzelfde jaar (1971) werd in de algemene vergadering onder andere een stemming gehouden over het al dan niet opgaan van de Sint Lebuïnusvereniging in het KOV. De statuten en het huishoudelijk reglement van het KOV worden aanvaard. Als gevolg daarvan vonden er binnen de Sint Lebuïnusvereniging enkele statutaire wijzigingen plaats. De vereniging ging in 1972 samen met de overige (inter)diocesane verenigingen en bonden op in de eerdergenoemde landelijke KOV.

Een van de belangrijkste activiteiten van de Sint Lebuïnusvereniging was de oprichting van een ziekteverzekering. In 1971 werd in samenwerking met de diocesane onderwijzersvereniging in het bisdom Haarlem de Onderlinge Interdiocesane Ziekteverzekering (OIZ) opgericht. De OIZ was een instelling van en voor RK onderwijzers van de Sint Lebuïnusvereniging en de Sint Augustinusvereniging. De OIZ werkte onder toezicht van een Raad van Beheer en Beroep.

Tot het Sociaal Fonds OIZ trad in 1957 het Ondersteuningsfonds (OF) toe. Dit Sociaal Fonds OIZ, gevestigd te Utrecht, verstrekte uitkeringen aan leden-onderwijzers van beide verenigingen in geval van ziekte, en financiële bijstand in geval van nood. Het Sociaal Fonds werkte onder toezicht van de Raad van Beheer en Beroep welke door genoemde verenigingen werd samengesteld.

In 1941 moest de OIZ bezittingen afstaan ten behoeve van het Algemeen Voorzieningenfonds voor Leraren en Onderwijzers in Nederland (AVLON), een nationaal socialistische instelling. Na de Tweede Wereldoorlog zette de OIZ haar werk voort. Gezien de vergaderstukken in het archief heeft het Sociaal Fonds verschillende organisatorische vormen gekend. Achtereenvolgens komen de volgende namen voor:
- 1934-1941: vergadering van afgevaardigden van de Sint Lebuïnus- en de Sint Augustinusvereniging
- 1945-1947: OIZ-commissie
- 1948-1955: OIZ bestuur
- 1955-1957: Sociaal Fonds OIZ
- vanaf 1957: Sociaal Fonds OF en OIZ
In de beschrijvingen wordt de benaming Sociaal Fonds ook gebruikt wanneer het stukken betreft van vóór 1955.
In 1964 trad de Sint Augustinusvereniging uit het Sociaal Fonds.

Literatuur van en over de Katholieke Onderwijzers Vereniging Sint Lebuïnus of St. Lebuïnusvereniging kunt u vinden in RUQuest.