Algemene Katholieke Werkgeversvereniging

Archiefnummer: 917
Archiefnaam: AKWV
Sector: Stands- en vakorganisaties
Soort archief: Instellingsarchief
Datering: 1904-1972 (1985)

Voor inzage toestemming aanvragen via de archivaris

Plaatsingslijst (pdf, 968 kB)

Zie ook het KDC-archief van J.P.W.J. Hentzen

Algemene Kath. Werkgeversvereniging, Bureau verenigingsgebouw, Tilburg, ca. 1929

Ten geleide
Algemene Katholieke Werkgeversvereniging 1904-1972 (1985)

Basislijst van het archief van de
ALGEMENE KATHOLIEKE WERKGEVERSVERENIGING (AKWV)
(1915-1960)
en
van de archieven van fusiepartner het Katholiek Verbond van Werkgeversvakverenigingen
(Katholiek Verbond) (1919-1960)
en rechtsopvolger het Nederlands Katholiek Werkgevers Verbond
(NKWV) (1960-1970)
en van
archieven en archivalia van werkgeversverenigingen in de bisdommen
en van kringen

Katholiek Documentatie Centrum
Nijmegen - 2000

1 Geschiedenis van de archiefvormers
De Algemeene RK Werkgeversvereeniging (ARKWV) werd opgericht in 1915, met name door de inzet van de norbertijn L.H. van Aken.[1] De ARKWV was een lande­lijke standsor­ganisatie van katholieke werkgevers. Reeds eerder was in Limburg een standsorgani­satie opgericht: de RK Vereeniging voor Werkgevers van Venlo en omgeving. Deze ging in 1918 op in de Limburgsche RK Werkgeversvereeniging, want enkele jaren na de op­richting van de ARKWV ontstonden in het zuiden van Nederland diocesane werkgeversorganisaties: in 1917 in het bisdom Breda, in 1918 in het bisdom Roermond en in 1919 in het bisdom ‘s-Hertogenbosch.[2]

In het noorden van Nederland be­stonden enkele regionale verenigingen: de Gelder­sche RK Werkgeversvereeniging, de RK Werkgeversvereeniging te Rotterdam en omliggende plaatsen, de Groningsche RK Werkgeversvereeniging en verenigingen te Deventer en Zwolle. De diocesane organisa­ties opereerden met een dusdanige zelfstandigheid dat in 1923 (statutenwijziging 1922) de ARKWV van een algemene vereniging werd omgezet in een federatie van diocesane verenigingen. Bij deze gele­genheid werden ook de bestaande noordelijke verenigingen samengevoegd tot dio­cesane organisaties in de bisdommen Utrecht en Haarlem.[3]

De naamswijziging van de ARKWV in Al­gemeene Katholieke Werkgeversvereeni­ging (AKWV) vond plaats in 1938.

In tegenstelling tot de standsorganisaties van katholieke werkgevers waren vóór 1915 al wel verschillende werkgeversvakverenigingen ontstaan,[4] en hun aantal breidde in de jaren daarop verder uit. Hieruit ontstond in 1919 het RK Verbond van Werkge­versvakvereenigingen (RKVWV), later Katholiek Verbond van Werkge­versvakverenigingen geheten maar ook bekend als Katholiek Verbond.

Zoals eveneens bij de arbeidersorga­nisaties het geval was, was het niet eenvoudig om standsorganisaties en vakorganisaties uit­een te houden. De werkgevers kozen voor een zeer pragmatische oplossing: de secretaris van de ARKWV werd tevens directeur van de RKVWV, en het briefpapier werd voorzien van een dubbel brief­hoofd. Later deelden stands- en vakorganisatie dezelfde voorzit­ter; in 1946 werd ook één geestelijk adviseur voor beide organisaties benoemd.

Belangrijke aandachtspunten van de AKWV waren in de loop der jaren: het streven naar collectieve arbeidsovereenkomsten (cao's), de ‘sociale verzorging' in de bedrij­ven, en later vooral ook de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie (PBO). De AKWV was voorts de drijvende kracht achter de (moeiza­me) oprichting van de Union In­ternationale des Associations Patronales Catholiques (UNIAPAC).

Het Katholiek Verbond trad in sociaal-economische kwesties op naast de overige verbonden van werkgevers: het Verbond van Nederlandse Werkgevers, het Centraal Sociaal Werkgevers-Verbond (CSWV) en het Verbond van Protestants-Christelijke Werkgevers in Nederland (VPCW). Al naar gelang de participatie van het CSWV in het overleg werd gesproken van Drie Verbonden of Vier Verbonden. Voor het on­derlinge contact tussen de vier verbonden bestond een Contactcommissie, vanaf 1962 geformaliseerd in de Raad van Nederlandse Werkgeversverbonden (RNW).

Op initiatief van pater Van Aken volgde in 1916, kort na de oprichting van de ARKWV, de oprichting van de Vereeniging voor Toekomstige Katholieke Werkge­vers, vanaf 1919 Katholieke Jonge Werkgevers Vereeniging (KJWV) geheten. De KJWV stelde zich ten doel om door middel van studieclubs (en vóór de Tweede We­reldoorlog ook door middel van retraites) de aanstaande werkgevers op hun taak voor te bereiden. De vereniging was daartoe onderverdeeld in kringen.[5]
In de jaren 1941-1945 was de AKWV door de Duitse bezetter opgeheven. De herop­rich­ting in 1945 vond plaats op basis van de vooroorlogse situatie. In 1960 vond een fusie plaats tussen de standsorganisatie AKWV en de vakorganisatie het Katholiek Verbond tot het Nederlands Katholiek Werkgevers Verbond (NKWV).

In 1967 ging het NKWV een federatie aan met het VPCW, waarna in 1970 de fusie tot Nederlands Christelijk Werkgeversverbond (NCW) volgde. Zo kon het NCW op ba­sis van het oprichtingsjaar van de AKWV in 1990 het 75-jarig bestaan vieren.[6]

Tegelijk met de werkgevers gingen de jonge werkgevers in 1967 een samenwer­kingsverband aan met het in 1961 opgerichte Jongeren Contact van het VPCW in de vorm van een Federatie van Christelijke Jonge Werkgevers. De fusie tot Christelijke Jonge Werkgeversvereniging (CJWV) volgde in 1969. Sinds 1975 is het CJWV omge­vormd tot de afdeling Jong Management van het NCW.

2 Geschiedenis van de archieven en verantwoording van de inventarisatie
De door het KDC in bewaring genomen archieven zijn afkomstig van de twee lande­lijke bureaus, gevestigd te Den Haag en Tilburg. Vanaf hun oprichting tot in 1924 hebben de vijf werkgeversverenigingen in de bisdommen zelfstandig archief ge­vormd. Eind 1923 besloot men tot opheffing van de diocesane secretariaten en over te gaan tot centralisatie van alle werkzaamheden.

Het gevolg was dat vanaf 1924 de secretariaten van de noordelijke diocesane werk­geversorganisaties in het aartsbisdom Utrecht en in het bisdom Haarlem één geheel vormden met het algemeen secretariaat van de AKWV in Den Haag. Op het bureau Den Haag werden echter dossiers gevormd waarbij niet altijd rekening werd gehou­den met de verschillende archiefvormers.

De zuidelijke diocesane werkgeversverenigingen ressorteerden onder het bureau Tilburg. De archieven van de AKWV enerzijds en de drie diocesane werkgeversver­enigingen (bisdommen Breda, ‘s-Hertogenbosch en Roermond) anderzijds werden hier echter wel gescheiden gehouden.

Binnen de AKWV, later NKWV, namen de kringen een aparte plaats in. Zij vormden ieder een zelfstandig geheel, met een eigen bestuur en een eigen archief. De admini­stratie kon in eigen beheer gebeuren, maar werd ook wel eens uitbesteed aan een van beide landelijke bureaus.

In het kader van het KDC Archiefontsluitingsproject 1997-2002 zijn de archieven van de AKWV, haar fusiepartner het Katholiek Verbond van Werkgeversvakvereni­gingen (Katholiek Verbond), haar rechtsopvolger het NKWV, alsmede de archieven en archivalia van de werkgeversverenigingen in de bisdommen en kringen, door middel van één basislijst nader ontsloten. In grote lijn is hierbij uitgegaan van een nauwkeurige beschrijving van de basisdocumenten (de ruggengraat) van de archie­ven naast meer globale, trefwoordachtige beschrijvingen van de overige documen­ten.

In 1972 heeft H. van Bommel een deel van de archieven door middel van een inven­taris ontsloten. Hierbij heeft hij een scheiding aangebracht tussen de archiefstukken afkomstig van het landelijk bureau Den Haag en dat van Tilburg en de kringen. Daarbij was echter niet altijd rekening gehouden met de verschillende archiefvor­mers. Latere (grote) aanvullingen werden slechts op een zeer globaal (magazijn­lijst)niveau beschreven.

Alle archieven en archivalia zijn beschreven in één bestand (AKWV), ook al betreft het hier feitelijk verschillende archiefvormers. Bij de inventarisatie is hiermee wel rekening gehouden en worden de verschillende katholieke werkgevers(vak)vereni-gingen door middel van aparte rubrieken van elkaar onderscheiden. Achter de in­ventarisnummers bevindt zich steeds een nummer tussen haakjes; dit nummer ver­wijst naar de (sub)rubriek waarin de stukken zijn opgenomen.

De archieven van de AKWV (rubriek 1), het Katholiek Verbond (rubriek 2) en het NKWV (rubriek 3) zijn onderverdeeld in enkele subrubrieken, waarbij de basisdo­cumenten zijn onderscheiden van de niet-basisdocumenten. In het archief van de AKWV zijn behalve de archiefstukken afkomstig van het landelijk bureau Den Haag ook de algemene archiefstukken afkomstig van het landelijk bureau Tilburg onder­gebracht. Binnen het landelijke AKWV-archief is zoveel mogelijk aangegeven wan­neer archiefstukken afkomstig waren van het bureau Tilburg; de overige archief­stukken zijn afkomstig van het bureau Den Haag.

De overige archieven en archivalia zijn vanwege hun geringe omvang niet verder onderverdeeld. Archiefstukken betreffende de diocesane werkgeversverenigingen zijn in vijf (sub)rubrieken (4.1 t/m 4.5) ondergebracht. Archieven en archivalia van de kringen zijn terug te vinden in rubriek 5.

Opmerkelijk is het veelal ontbreken van archiefstukken uit de periode 1967-1970 in het archief van het NKWV. Wellicht houdt dit verband met het feit dat in deze peri­ode het NKWV federatief samenwerkte met het VPCW, waarna in 1970 de fusie tot NCW volgde. Mogelijk bevinden deze ontbrekende archiefstukken zich in de ar­chieven van het VPCW en/of het NCW.

De totale omvang van de archieven en archivalia bedroeg vóór aanvang van de in­ventarisatie 104 strekkende meter. Na inventarisatie is de omvang teruggebracht tot 66 strekkende meter. Deze reductie werd met name gerealiseerd door het efficiënter opbergen van archiefstukken en ontdubbeling. Ook is 14,75 strekkende meter ar­chiefmateriaal ter vernietiging afgescheiden. Het betrof hier voornamelijk algemene stukken van de Sociale Economische Raad (SER) en de Stichting van de Arbeid.

Jaarverslagen, periodieken en ander bibliotheekmateriaal is overgebracht naar de afdeling Bibliotheek van het KDC. Afbeeldingen werden overgebracht naar de afde­ling Katholiek Leven in Beeld en geluid (KliB).

De inventarisatie werd verricht door R.G.J. Spanings, onder begeleiding van M.L.M. van den Hombergh, projectleider, en drs. W.J.M. Dings, archivaris van het KDC.

De inventarisatie van de archieven werd financieel mogelijk gemaakt door de eige­naar, de werkgeversorganisatie Vereniging VNO-NCW. Om verschillende redenen is het KDC aan de bewaargever van deze archieven erkentelijkheid verschuldigd voor deze ondersteuning. Behalve namelijk dat het KDC hierdoor in staat werd ge­steld een van zijn basistaken te vervullen, vormt de ontsluiting van deze archieven een belangrijke bron voor onderzoek naar de rol die door de katholieke werkgevers­organisaties is gespeeld in de sociaal-economische ontwikkeling van Nederland. Dit betreft zowel het landelijke niveau als dat van de diocesane en de plaatselijke organi­saties. Op basis van de nu ontsloten archieven kunnen toekomstige onderzoekers de weg vinden in dit stuk van het Nederlandse poldermodel..

Archieven en archivalia van katholieke werkgevers(vak)verenigingen

1 Archief van de Algemene Katholieke Werkgeversvereniging (AKWV) 1915-1960
1.1 Bestuursvormen
1.2 Algemene correspondentie
1.3 Overige basisdocumenten
1.4 Niet-basisdocumenten

2 Archief van het Katholiek Verbond van Werkgeversvakvereni-gingen (Katholiek Verbond) 1919-1960
2.1 Basisdocumenten
2.2 Niet-basisdocumenten

3 Archief van het Nederlands Katholiek Werkgevers Verbond (NKWV) 1960-1970
3.1 Bestuursvormen
3.2 Algemene correspondentie
3.3 Overige basisdocumenten
3.4 Niet-basisdocumenten

4 Archieven en archivalia van werkgeversverenigingen in de bisdommen
4.1 Bisdom Breda
4.2 Bisdommen Haarlem en Rotterdam
4.3 Bisdom 's-Hertogenbosch
4.4 Bisdom Roermond
4.5 Aartsbisdom Utrecht en bisdom Groningen

5 Archieven en archivalia van kringen

[1] Gegevens zijn, tenzij anders vermeld, ontleend aan A.H.M. Albregts (red.), Waarvoor wij staan. De katholieke werkgever in het midden van de twintigste eeuw (uitgegeven door de Algemene Katholieke Werkgeversvereniging (AKWV) ter herdenking van haar zevende lustrum op 13 september 1950), Den Haag 1950. Recentelijk verscheen Jan Bruggeman en Aart Camijn, Ondernemers verbonden. 100 Jaar centrale ondernemingsorganisaties in Nederland (bij gelegenheid van 100 jaar werkgeversorganisatie Ver­eniging VNO-NCW), Wormer [1999], waarin ook gegevens over de katholieke werkgeversorganisaties te vinden zijn.

[2] Een uitvoerige geschiedenis van de drie zuidelijke diocesane organisaties is te vinden bij G.C.P. Linssen, Werkgeversorganisaties in katholiek patroon. Een schets van ontstaan en uitbouw van de dioce­sane verenigingen van werkgevers in het zuiden van Nederland 1915-1940, Tilburg 1978.

[3] Linssen, Werkgeversorganisaties, p. 62.

[4] Een opsomming voor Zuid Nederland geeft Linssen, Werkgeversorganisaties, p. 50-55.

[5] 25 Jaar Katholieke Jonge-Werkgevers Vereeniging, Utrecht 1941; Linssen, Werkgeversorganisaties, p. 211-217. Het (kleine) archief van de KJWV berust in het KDC.

[6] G.C. Swaneveld, Christelijke werkgevers vijfenzeventig jaar verbonden door levensbeschouwing (jubileum­katern van De Werkgever 17 mei 1990); Bruggeman en Camijn, Ondernemers verbonden.

Literatuur van en over de Algemene Katholieke Werkgeversvereniging kunt u vinden in RUQuest.

KDC - Knipselcollectie
De knipselcollectie bevat naast knipsels uit dag- en weekbladen diverse andere vormen van min of meer losbladige informatie, zoals persberichten van het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP), overlijdensberichten, fotokopieën uit bio- en bibliografische naslagwerken enz. De knipsels over Kath. Werkgevers zijn beschikbaar in de studiezaal van het KDC.

KDC – Beeld en Geluid
De collectie Beeld en geluid kunt u doorzoeken via de Catalogus van het KDC. Door te zoeken op ‘Algemene Katholieke Werkgeversvereniging’ vindt u het bedoelde materiaal.