Katholiek Militair Vormingscentrum

Archiefnummer: 843
Archiefnaam: KMV
Sector: Caritas en maatschappelijk werk
Soort archief: Instellingsarchief
Datering: 1956-1992

Voor inzage toestemming aanvragen via de archivaris

Het archief bevat
De kern van het archief bestaat uit de onvolledige series vergaderstukken van het bestuur (pl.nrs. 166-167), jaarrekeningen (pl.nrs. 160-161), jaarverslagen (pl.nr. 163) en de vrijwel volledige serie correspondentie met diverse personen en instellingen (pl.nrs. 1-106). Daarnaast bevinden er zich in het archief nog een aantal series lijsten en staten houdende gegevens over (deelnemers aan) vormingscursusen.
Er bevinden zich in het archief ook stukken van vóór de oprichting van de stichting. De archiefstukken uit de periode 1950-1955 betreffen het katholiek militair vormingswerk toen het nog onder de verantwoordelijkheid viel van het Nationaal Katholiek Thuisfront (NKT).

Plaatsingslijst (pdf, 270 kB)

Kath. Militair Vormingscentrum Waalheuvel, Ubbergen. ca 1956

Ten geleide
Katholiek Militair Vormingscentrum, later Stichting tot Steun aan het RK Vormingswerk voor militairen (1956-1992)
De hoofdlegeraalmoezenier mgr. kolonel H.J.J.M. van Straelen werd in 1951 door de overheid in de gelegenheid gesteld een stichting aan te wijzen die met steun van de regering de verantwoordelijkheid voor de exploitatie van een katholiek militair vormingscentrum (KMVC) zou dragen. Het bestuur van de Stichting Nationaal Katholiek Thuisfront (NKT) was hiertoe bereid. Een eerste begin werd gemaakt in "Huize Vijverduin" te Bloemendaal. Op 1 juli 1951 werd door het NKT een huurcontract gesloten met de Katholieke Arbeiders Beweging (KAB) en nam het vormingscentrum haar definitieve intrek in "Huize Sonnehaert" te Zeist. Op 16 augustus van dat jaar vond de plechtige opening plaats. Er werd voor deze omvangrijke exploitatie een afzonderlijke werkcommisie in het leven geroepen. Onder de leiding van majoor-aalmoezenier P.C. Groenendijk konden ongeveer 40 militairen tegelijk het instituut bezoeken, waar zij zich enkele dagen konden bezinnen op wat de dienstplicht inhield. Er bestond daarbij gelegenheid zich godsdienstig en cultureel te verdiepen.

Bij de start van het katholiek militair vormingswerk ontving men een subsidie van het Ministerie van Oorlog en Marine van aanvankelijk fl. 55,000,- per jaar. Dit bedrag bleek echter niet voldoende en werd later op fl. 65,000,- gebracht. Deze gelden werden (op verzoek van de hoofdlegeraalmoezenier) beheerd door het NKT, omdat het katholiek militair vormingswerk geen rechtspersoonlijkheid bezat. De tekorten zouden door het NKT gedekt worden. Bovendien vond het vormingswerk zijn officiële bekrachtiging in de Legerorder 1951 nr. 39 "Richtlijnen voor de arbeid van de Katholieke Godsdienstige Verzorging in het (de) Centrum (Centra) van de Katholieke Godsdienstige Verzorging van de Nederlandse Strijdkrachten", waarin onder meer de voorwaarden vermeld waren waaronder het vormingswerk zou moeten plaats vinden, zoals:
- dat de godsdienstige arbeid in het centrum zal geschieden onder de verantwoordelijkheid van de hoofdlegeraalmoezenier, die daartoe een aalmoezenier met de godsdienstige leiding zal belasten;
- dat de duur van de conferenties en de opleidingsperioden waarin deze conferenties zullen worden gehouden, bepaald zullen worden naar door de Chef van de Generale Staf c.q. Chef van de Luchtmachtstaf te stellen regels;
- dat het aantal deelnemers per jaar ten hoogste 4000 zou mogen bedragen;
- dat voor de duur van de conferenties aan de deelnemers uitzonderingsverlof zou worden verleend, van rijkswege voeding zou worden verstrekt, maar geen vrij vervoer.

In verband met de opzegging van het huurcontract met "Sonnehaert" werd door het NKT in 1954 het pand "Waalheuvel" te Ubbergen aangekocht en volledig ingericht als vormingscentrum. Op 7 juni 1955 werd "Waalheuvel" te Ubbergen officieel geopend.
Op 23 november 1956 werd de Stichting Katholiek Militair Vormingscentrum opgericht, die zich volgens de statuten ten doel stelt de geestelijke verzorging der Nederlandse Strijdkrachten een steun te zijn door middel van geestelijke vormingsbijeenkomsten. De stichting wordt beheerd door een bestuur, bestaande uit de hoofdlegeraalmoezenier, de hoofdvloot-aalmoezenier of een door hem aan te wijzen vlootaalmoezenier, de stafaalmoezenier Koninklijke Luchtmacht of een door hem aan te wijzen luchtaalmoezenier, de aalmoezenier-directeur van het vormingscentrum, een door het NKT aan te wijzen vertegenwoordiger en een penningmeester. Door het onderbrengen van het katholiek militair vormingswerk in een stichting trachtte men de verhouding met instellingen zoals de Centrale [van] Katholiek Militaire Tehuizen (CKMT), het NKT en G3 [zie het KDC-archief van de Stichting Goede Geest Gemeenschap] zuiver te stellen, moeilijkheden te voorkomen als werkgever, fiscale voordelen te verkrijgen indien aandelen zouden worden ontvangen.

Het door het NKT gekochte pand "Waalheuvel" te Ubbergen kon op den duur de stroom zich aanmeldende cursisten niet meer aan, zodat men moest uitzien naar een geschikte behuizing voor een tweede vormingscentrum. In Nijmegen kon het pand "Westerhelling" van de fraters Maristen gehuurd worden dat op 21 januari 1958 plechtig geopend werd. Aangezien in 1968 de huur van het pand "Westerhelling" beëindigd werd moest weer naar een ander pand worden uitgekeken, omdat de capaciteit van "Waalheuvel" niet voldoende was. Het pand "Waalheuvel" werd door het NKT verkocht en in Amersfoort werd het pand "De Vlasakkers" aan de Barchman Wuytierslaan 53, het voormalige retraitehuis van de congregatie van de Redemptoristen, aangekocht. Dit pand werd door het NKT verhuurd aan de Stichting Katholiek Militair Vormingscentrum.

Het vormingswerk, zoals dat in het vormingscentrum "De Vlasakkers" in de praktijk werd uitgevoerd behoorde inhoudelijk tot de verantwoordelijkheid van de hoofdaalmoezeniers van de Koninklijke Landmacht, Luchtmacht en Marine, terwijl de materiële voorzieningen onder de verantwoordelijk van het bestuur van de in 1974 opgerichte Hulporganisaties Militair Vicariaat (HMV) viel. Aangezien deze vorm in sommige concrete situaties tot onduidelijkheden aanleiding kon geven werd getracht tot een duidelijke structuur te komen door de instelling van een "Contact en Adviesraad." In deze raad hadden zitting de drie hoofdaalmoezeniers (namens de Raad van het Militair Vicariaat), drie leden van het bestuur en de directeur van het vormingscentrum. In het overleg heeft deze Contact en Adviesraad zich onder meer tot taak gesteld een afbakening van bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De "zakelijke kant" en de "inhoudelijke kant" van het vormingswerk moesten in een goede verstandhouding tot elkaar gebracht worden. In verband hiermee besloot men de naam van Stichting Katholiek Militair Vormingscentrum te wijzigen in Stichting tot Steun aan het RK Vormingswerk voor Militairen.
In 1981 voldeed het vormingscentrum "De Vlasakkers" niet meer aan de toen te stellen eisen voor een vormingscentrum. In dat jaar werd een opstelling gemaakt van voorzieningen die moesten worden uitgevoerd om het pand aan de eisen van de moderne tijd aan te passen. Daarnaast maakte het inkrimpende aantal aalmoezeniers het steeds moeilijker om vormingscursussen te laten begeleiden.
In 1982 werden alle feiten en verwachtingen vastgelegd in een beleidsnota aan de hand waarvan gemotiveerde besluiten voor de toekomst konden worden genomen. Het Economencollege van de RK Nederlandse Kerkprovincie stelde in 1983 een bedrag van fl. 200,000,- beschikbaar om de stichting in staat te stellen de hoogst noodzakelijke voorzieningen aan het pand "De Vlasakkers" uit te voeren en om alternatieve mogelijkheden voor het vormingswerk uit te zoeken.

In de jaren tachtig kwamen jaarlijks ongeveer 4500 militairen voor enkele dagen naar het vormingscentrum "De Vlasakkers." Het jaarverslag over 1986 vermeld dat de onderbezetting van de stafvormingswerkers eindelijk helemaal opgelost was. Door het binnenkomen van een nieuwe generatie aalmoezeniers in de vorm van pastorale werkers in het korps RK geestelijke verzorging had het vormingscentrum "De Vlasakkers" meer mogelijkheden gekregen om kwantitatief en kwalitatief het vormingswerk goed te verzorgen.

Bronnen
- Archief van het NKT, jaarverslagen over 1946/1947-1947/1948, 1949/1950-1955/1956, 1957-1959 en 1962-1963, pl.nr. 240;
- Archief Hulporganisaties Militair Ordinariaat (HMO), jaarverslagen over 1975-1990, pl.nr. 14;
- Ibidem, nota R.K. vormingswerk voor militairen, z.j., blz. 16-17, pl.nr. 31;
- Jaarverslagen van de katholieke militaire vormingscentra "Waalheuvel" te Ubbergen en "Westerhelling" te Nijmegen over 1955-1956, 1958, 1960-1961 en 1964;
- Periodiek Contact: Officiële Mededelingen voor de Nederlandse Aalmoezeniers 1945-1962 (Bibliotheek KDC Tc 78), met name jrg. 12 , nr. 1, 1957, blz. 14-19 (statuten van de Stichting Katholiek Militair Vormingscentrum) en jrg. 16, nr. 11, 1961, blz. 654-716 (bundel artikelen over de geschiedenis van het katholiek militair vormingswerk).

Literatuur van en over het Katholiek Militair Vormingscentrum of het Vormingswerk voor Militairen kunt u vinden in RUQuest.

KDC – Beeld en Geluid
De collectie Beeld en geluid kunt u doorzoeken via de Catalogus van het KDC. Door te zoeken op ‘Kath. Militair Vormingscentrum’ vindt u het bedoelde materiaal.