Thüss, B.J.
Archiefnummer: 1423
Archiefnaam: THUB
Sector: Politiek
Soort archief: Verzameling van persoon
Datering: z.j.
Voor inzage toestemming aanvragen via de archivaris
Zie ook in de archieven van de Roomsch-Katholieke Staatspartij nr. 223 en de Algemeene Roomsch-Katholieke Propaganda Club te Amsterdam nr. 767.
Plaatsingslijst nog niet beschikbaar

Ten geleide
B.J. Thüss (1934- )
Ben Thüss schreef over de geschiedenis van Twente, met name over de geschiedenis van kloosters.
Een scriptie van zijn hand uit 1975 is getiteld Het politiek dissidentisme bij de Nederlandse Rooms-Katholieken in de periode tussen de beide Wereldoorlogen. Hij schreef een onvoltooide dissertatie De actie-Van Cranenburgh en de Nieuwe Katholieke Partij over één van de oppositionele groepen binnen de Roomsch- Katholieke Staatspartij R.K.S.P. Het archief bevat deze dissertatie.
De R.K.S.P. had tussen de wereldoorlogen te kampen een hele reeks afwijkende bewegingen waarvan sommige zich afscheidden en een zelfstandige politieke partij werden. Een hiervan was de Nieuwe Katholieke Partij N.K.P. De dissidente bewegingen moeten gezien worden tegen de achtergrond van de Eerste Wereldoorlog en de sociaal-economische toestand daarna. In de sfeer van eensgezindheid na de oorlog was in 1919 een stuk sociale wetgeving aangenomen, de Arbeidswet van Aalberse, met de acht-uren werkdag. Van 1920 tot 1925 was er een recessie. Binnen de R.K.S.P. was veel ontevredenheid over het regeringsbeleid en de rol van de partij daarin. In februari 1922 schreef notaris R.C.A. van Cranenburgh in De Tijd en de Maasbode een artikel dat de ontevredenheid van rechtse zijde een stem gaf en waarin hij over de mogelijkheid van afsplitsing sprak. Hij vond dat industriëlen, kooplieden, middenstanders en landbouwers slachtoffer waren van de eenzijdige arbeiderspolitiek der regering. Hiermee stond hij op één lijn met Colijn, die in 1925 premier zou worden. Hij verzette zich overigens tegen de mening dat de beweging gericht zou zijn tegen het belang van de arbeiders. De beweging omvat alle standen en beoogt het algemeen landsbelang. Er bestond de angst dat het meer sociale beleid van de RKSP zou kunnen leiden tot samenwerking met de sociaal-democraten. Deze was al in een brief van het Doorluchtig Episcopaat van 1921 afgewezen en de Cranenburghers stonden hier achter. Toch komt het tijdens een bewogen vergadering in Utrecht, tegen de zin van Van Crannenburgh, tot een afsplitsing die de naam Nieuwe Katholieke Partij krijgt. Tijdens de tweede Katholiekendag in juni 1922 in Nijmegen veroordeelde aartsbisschop Van de Wetering, die juist was teruggekeerd uit Rome waar paus Pius XI - ook kardinaal Van Rossum speelde hierin een rol - de verdeeldheid onder de Nederlandse katholieken had betreurd, de Nieuwe Katholieke Partij. Zo werd het verbreken van de partijpolitieke eenheid nog meer een gewetenskwestie. Er volgde een stortvloed van artikelen vóór en tegen. De N.K.P. ontving ook een brief van de aartsbisschop met de aansporing de eenheid niet te verbreken. Na een telegram-wisseling waarin het episcopaat voor het blok werd gezet en alleen maar ja kon antwoorden op de vraag naar een duidelijk verbod, staakte de N.K.P. haar verkiezingsactie. Thüss trekt een vergelijking met het latere verbod van de NSB. In het geval van de N.K.P. was er geen sprake van bedreiging van algemeen menselijke of katholieke waarden. Het ging louter om sociaal-economische zaken. Een gevolg was dat de redacties van katholieke bladen weigerden nog advertenties van de N.K.P. te plaatsen. De verontwaardiging onder de leden van de N.K.P. was groot. Goede katholieken werden beroofd van hun vrije meningsuiting. In het Algemeen Handelsblad zijn berichten van de N.K.P. wel welkom. Was het voortbestaan van de partij nu van de baan? Neen, de partij bleef bestaan en slechts één van kandidaten trok zich terug, maar het bestuur zweeg. De ongehoorzame N.K.P.ers zetten hun acties tijdens de verkiezingscampagne van 1922 voort terwijl de katholieke pers hen bestrijdt. Het resultaat was dat de partij geen zetels krijgt terwijl de R.K.S.P. er twee wint. In 1923 komt, mede onder invloed van de dissidenten waarvan de meerderheid met tegenzin in de schoot van de R.K.S.P terugkeert, een herziening van het kiesreglement tot stand. Op sociaal-economisch gebied veranderde niets. Sommigen komen later in nationaal-socialistisch vaarwater terecht. Thüss schrijft: “Dit betekent evenwel geenszins, dat de N.K.P. kan worden gezien als een voorportaal van het fascisme of nationaal- socialisme. De partij was en bleef een partij op rooms- katholieke grondslag, met conservatieve ideeën ten aanzien van de te voeren sociaal- economische politiek, met hier en daar wat weinig waardering voor het meerderheidsbeginsel, maar zonder de bedoeling in enigerlei opzicht te willen tornen aan de parlementaire democratie.”
Literatuur van en over Ben Thüss kunt u vinden in RUQuest. Ook: Verweer door een Lid der Nieuwe Katholieke Partij, 1922
- Biografie van R.C.A. van Cranenburgh via Biografisch portaal van Nederland
KDC – Beeld en Geluid
De collectie Beeld en geluid kunt u doorzoeken via de Catalogus van het KDC. Door te zoeken op ‘Nieuwe Katholieke Partij’ vindt u het bedoelde materiaal.