Nederlands Katholiek Vakverbond

Archiefnummer: 370
Archiefnaam: NKV
Sector: Stands- en vakorganisaties
Soort archief: Instellingsarchief
Datering: (1891) 1906-1981 (1992)

Voor inzage toestemming aanvragen via de archivaris

Plaatsingslijst (pdf, 6,5 MB) vernieuwd december 2012
Voorlopige rubriekenlijst NKV-archief (pdf, 77 kB)

NKV Pamflet. Weekuitgave van Bureau Voorlichting NKV, 1975

Ten geleide
Nederlands Katholiek Vakverbond (1891) 1906-1981 (1992)
Het Nederlands Katholiek Vakverbond (NKV) was van oorsprong de beweging van de katholieke arbeiders in Nederland. Dit Nederlandse katholieke verbond van vakorganisaties heeft in verschillende vormen bestaan van 1890 tot 1981. We onderscheiden drie vormen van organisatie; de standsorganisaties, de vakorganisaties en de centrale.

Standsorganisaties
In de jaren '90 van de 19e eeuw ontstonden in verschillende plaatsen verenigingen van katholieke werklieden. Hierin organiseerden de werklieden zich als stand, naast de andere standen. Deze verenigingen hadden meestal tot taken: godsdienstige vorming, culturele vorming, zedelijke verheffing en oefening in vakbekwaamheid. Daarnaast richtten deze verenigingen soms eigen spaarkassen en verzekeringsfondsen op. In het bisdom Haarlem verenigden deze plaatselijke verenigingen zich in de R.K. Nederlandsche Volksbond. In de andere bisdommen ontstonden zogenaamde Diocesane Bonden en werkliedenverenigingen. In verschillende vorm hebben deze bonden bestaan tot 1964.

Vakorganisaties
Eveneens in de jaren '90 van de 19e eeuw ontstonden in de hierboven genoemde verenigingen onderafdelingen voor arbeiders die hetzelfde beroep uitoefenden, de zogenaamde vakgilden. Soms waren deze regionaal gebundeld in een vakbond. Zo had bijvoorbeeld de R.K. Arbeidersvereeniging "St. Joseph" te Enschede vakgilden of vakafdelingen voor katoenbewerkers, timmerlieden, kalk- en steenbewerkers, etc. Zo ook in andere plaatsen. De katoenbewerkersgilden van Enschede, Almelo, Hengelo, Borne, etc. verenigden zich in de R.K. Twentsche Katoenbewerkersbond. In de eerste tien jaren van de negentiende eeuw ontstonden uit deze vakgilden nationale katholieke vakbonden. Verzorgde de standsorganisatie vooral het 'geestelijk' belang, de vakorganisatie verzorgde de materiële belangen. In de visie van de Kerk was de vakorganisatie ondergeschikt aan de standsorganisatie.

De Centrale
In 1909 ontstond naast het socialistische Nederlands Verbond van Vakbewegingen (NVV; opgericht in 1906) en het interconfessionele Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV; opgericht in 1909) een katholieke vakcentrale: het Bureau voor de R.K. Vakorganisatie (of: R.K. Vakbureau). Zoals de naam zegt: dit was een centrale van vakorganisaties en niet van standsorganisaties. Nadat de bisschoppen het aan rooms-katholieke werknemers verboden om lid te worden van het socialistische NVV en het protestantse CNV kwam er voor hen in 1925 de organisatie Rooms Katholieke Werkliedenverbond (RKWV). Dit kwam tot stand na het samengaan van het R.K. Vakbureau en de Diocesane Werkliedenbonden. De R.K. vakcentrale kreeg vrijwel direct ruzie met de diocesane bonden over een onderlinge taakverdeling. De bisschoppen beslisten uiteindelijk dat de vakorganisatie alle taken kreeg die direct met de arbeid te maken hadden, zoals loon, arbeidstijd, arbeidsomstandigheden, etc. De diocesane bonden daarentegen gingen over het godsdienstig en zedelijk welzijn en over alle materiële zaken die niet direct met de arbeid te maken hadden, zoals spaarbanken, verzekering, huisvesting, etc. Voor deze materiële en geestelijke taken richtten de diocesane bonden een groot aantal gezamenlijke en afzonderlijke diensten op. Adrianus Cornelis de Bruijn was vanaf het begin de voorzitter van het RKWV, totdat dit verbond tijdens de Duitse bezetting van Nederland op aandrang van aartsbisschop De Jong in de zomer van 1941 werd opgeheven. De Nederlandse arbeidsorganisaties zouden door de Duitsers en hun Nederlandse Arbeidsfront (NAF) overgenomen worden, waarop de bisschoppen de leden opdroegen te bedanken voor het lidmaatschap.

De KAB 1945 - 1963
In 1945 kwam het RKWV terug onder de nieuwe naam Katholieke Arbeidersbeweging (KAB) met opnieuw De Bruijn als voorzitter. Deze werd in 1952 opgevolgd door Toon Middelhuis. De KAB was voor het eerst een centrale van vak- en standsorganisaties. Wel waren de vakbonden nogal ondergeschikt aan de centrale, en daarmee indirect ook aan de diocesane bonden. Dankzij hun heftig verzet kregen de vakbonden in 1948 meer zelfstandigheid binnen de centrale. De instellingen en diensten van de diocesane bonden werden, althans wat hun nationale niveau betreft, overgenomen door de centrale.

Het NKV 1964 - 1982
Op 1 januari 1964 veranderde de naam opnieuw, dit keer in Nederlands Katholiek Vakverbond (NKV), waarbij de standsorganisaties werden opgeheven en Jan Mertens voorzitter werd. [Zie het KDC-archief van P.J.J. Mertens.] De diocesane bonden werden opgeheven, zodat het NKV weer een centrale, een federatie van zelfstandige vakbonden werd. Behalve de rest van de diensten en instellingen werden nu ook alle andere taken van de diocesane bonden overgenomen door de centrale. Samen met het CNV en NVV, maar op initiatief van het NKV, werd eind 1972 besloten om een federatie te vormen van deze drie vakcentrales. Het NKV had toen ongeveer 400.000 leden die verdeeld waren over 12 bonden zoals de Industriebond NKV, de Bouw- en houtbond NKV en de Katholieke Bond van Overheidspersoneel (KABO).
Wim Spit volgde in 1973 Mertens op. [Zie de KDC-archivalia van W.J.L. Spit] Als gevolg van de ontzuiling en in een streven naar één krachtige vakcentrale, leek een federatie een logische stap, maar dat lag moeilijk bij een deel van de achterban die problemen had met het samengaan van het NKV met het 'rooie' NVV. Het CNV haakte in 1974 af waarna de NKV en de NVV vanaf 1976 samengingen in de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV). Deze werd daarmee de grootste vakcentrale van Nederland. Pas in 1982 gingen de NVV en de NKV formeel op in de FNV.

Literatuur van en over het Nederlands Katholiek Vakverbond kunt u vinden in RUQuest en Picarta.
- Bibliografie in Bibliografieën Katholiek Documentatie Centrum.

KDC - Knipselcollectie
De knipselcollectie bevat naast knipsels uit dag- en weekbladen diverse andere vormen van min of meer losbladige informatie, zoals persberichten van het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP), overlijdensberichten, fotokopieën uit bio- en bibliografische naslagwerken enz. De knipsels over het Ned. Kath. Vakverbond zijn beschikbaar in de studiezaal van het KDC.

KDC – Beeld en Geluid
De collectie Beeld en geluid kunt u doorzoeken via de Catalogus van het KDC. Door te zoeken op ‘Ned. Kath. Vakverbond’ vindt u het bedoelde materiaal.