Katholieke Middenstandsbond, bisdom 's-Hertogenbosch

Archiefnummer: 313
Archiefnaam: KMBH
Sector: Stands- en vakorganisaties
Soort archief: Instellingsarchief
Datering: 1928-1971

Zie ook het archief van het Nederlands Katholiek Ondernemers Verbond, afdeling Zuid en dat van N.H.L. van den Heuvel

Plaatsingslijst (pdf, 80 kB)

Katholieke Middenstandsbond, bisdom ’s-Hertogenbosch, feestmaal b.g.v. 25 jarig Priesterfeest van Dr. J. van Beurden (midden). Ca. 1929.

Ten geleide
Katholieke Middenstandsbond, bisdom ’s-Hertogenbosch (1902-1971).
De Katholieke Middenstandsbond, bisdom ’s-Hertogenbosch heeft zijn oorsprong in de oprichting op 6 februari 1902 van “De Hanze”, R.K. Vereniging van Neringdoenden in het bisdom ’s-Hertogenbosch, op initiatief van dr. J. Nouwens O.Praem. Het was de eerste middenstandsbond in Nederland. Ook in de andere bisdommen werden diocesane middenstandsbonden opgericht. (Zie de archieven van de Aartsdiocesane Katholieke Middenstandsbond, de Katholieke Middenstandsbond, bisdom Breda en de Katholieke Middenstandsbond, bisdom Haarlem) Aanvankelijk waren deze aangesloten bij de Nederlandse Bond van Verenigingen van den handeldrijvenden middenstand, die volgens de statuten de politieke en godsdienstige overtuigingen van zijn leden eerbiedigde. In 1911 kwam het echter tot een scheiding met als aanleiding de meningsverschillen over de Tariefwet-Kolkman, maar de dieperliggende oorzaak was dat de katholieke organisaties zich niet gerespecteerd voelden. Toch kwam door onderlinge meningsverschillen pas in 1915 de “Nederlandse R.K. Middenstandsbond” tot stand.
De grote promotor van de Katholieke standsorganisatie was mgr. Poels, in wiens spoor Nouwens zich bewoog. Voor Poels stond de standsorganisatie niet in het teken van de klassenstrijd, maar van de emancipatie van het katholieke volksdeel tegenover de liberalen en socialisten in een steeds meer ontkerstende maatschappij. Binnen de standsorganisatie, waarin het gemeenschappelijk katholieke en de sociaal-culturele overeenkomsten het belangrijkst waren, kregen de meer specifiek op belangenbehartiging gerichte vakorganisaties –de zogenoemde Hanzegilden- hun plaats. Deze bleven echter ondergeschikt aan de idee van standsorganisatie.

Aanvankelijk had de Bossche organisatie met veel tegenstand te maken. De principiëel katholieke grondslag stootte velen af. Begonnen met 15 plaatselijke afdelingen en 1343 leden, waren er in 1918 32 afdelingen en 3100 leden. In de eerste jaren was de verbetering van het credietwezen van belang. Dit leidde tot de oprichting van de Hanzebank in 1908, die echter in de jaren twintig ten onder ging. Regeringsbemoeienis leidde in 1927 tot de oprichting van de Nederlandse Middenstandsbank. Onder invloed van de Hanzebank affaire ging het ledental in het diocees Den Bosch een tijd in dalende lijn. Bij het 50-jarig jubileum in 1952 waren er 126 afdelingen met 7500 leden. Op vele gebieden is De Hanze de middenstand van dienst geweest.

In 1941 werden door de Duitse bezetter alle vrije organisaties opgeheven. Toch werd al in 1943 de her-oprichting van een Katholieke Middenstandsbond in het bisdom ’s-Hertogenbosch voorbereid en goedgekeurd door de bisschoppen. Na de oorlog kregen binnen de bonden de stands- en vakorganisaties een gelijkwaardige plaats en evenveel zeggenschap. Dit kreeg zijn beslag op het reconstructie-congres van de Nederlandse Rooms Katholieke Middenstandsbond in 1946. De gedachten gingen in de richting van een Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie, zoals die al in de encycliek Quadragesimo Anno, 1932, van Pius XI was bepleit. Deze moest de tijdens de oorlog verplichte vakgroepsorganisatie-Woltersom (die overigens pas in 1953 werd opgeheven) vervangen. De PBO volgde het beginsel van subsidiariteit.
Onder de activiteiten van de Bossche bond na de oorlog vallen de oprichting van de Stichting Gewestelijke Sociale Avondscholen, het organiseren van cursussen Kadervorming, wat leidde tot de Diocesane Kaderschool “Berne” in Heeswijk. Verder kwamen er afdelingen “culturele dienst” en “godsdienstig-zedelijk werk”, een Centraal Bureau voor het bedrijfsleven, dat praktische adviezen gaf, een Juridische Afdeling en een stichting “Reclame voor de middenstand”. Zoals al voor de oorlog bleef er strijd over het vraagstuk van de verbruikscoöperatie. Om tot een oplossing te komen werd samen met de KAB een klachtencommissie opgericht. Ook sociaal-charitatief was de bond zeer actief.
Bron: N.H.L. van den Heuvel, red. Een halve eeuw zelfstandige middenstand in het bisdom ’s-Hertogenbosch. ’s-Hertogenbosch, Katholieke Middenstandsbond in het bisdom ’s-Hertogenbosch, 1952. Studiezaal KDC, Kast 10, SK 35.

Literatuur van en over de Katholieke Middenstandsbond, bisdom ’s-Hertogenbosch kunt u vinden in RUQuest.

KDC – Beeld en Geluid
De collectie Beeld en geluid kunt u doorzoeken via de Catalogus van het KDC. Door te zoeken op ‘Middenstandsbond 's-Hertogenbosch of Hanze 's-Hertogenbosch)’ vindt u het bedoelde materiaal.