Pastoraal Concilie van de Nederlandse Kerkprovincie

Archiefnummer: 997
Archiefnaam: PCNK
Sector: Kerkelijk en godsdienstig leven
Soort archief: Instellingsarchief
Datering: 1963-1972

Voor inzage toestemming aanvragen via de archivaris

Plaatsingslijst (pdf, 1,2 MB) vernieuwd januari 2018

Het KDC-archief van het Landelijk Centrum van de Katholieke Actie bevat ook stukken betreffende het Pastoraal Concilie.

Pastoraal Concilie, 1970. Vijfde plenaire vergadering over de religieuzen. Links Jan Ruyter, rechts Jan van Klisdonk

Ten geleide
Pastoraal Concilie van de Nederlandse Kerkprovincie (1963-1972)
Door middel van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) wilde paus Joannes XXIII vooral de pastorale praktijk vernieuwen en daardoor de kerk openen naar de wereld. De gelovige levenservaring, ook die van leken, moest de leidraad zijn om het lang gekoesterde antagonisme tussen kerk en wereld te overwinnen. Dogmatiek werd door hem gerelativeerd. Pluriformiteit werd mogelijk. Bezield van deze geest kwamen de Nederlandse bisschoppen terug uit Rome. Ondanks uiterlijke manifestaties van volgzaamheid aan het Romeinse gezag was er al vanaf de jaren dertig veel in beweging onder de Nederlandse gelovigen, bijvoorbeeld op het gebied van de huwelijks- en gezinsmoraal, en ook op de priesteropleidingen, waar de handboekentheologie invloed verloor. Na een periode van consolidatie vlak na de oorlog verschenen vanaf de jaren vijftig kritische tijdschriften, er waren vernieuwingen in de liturgie, de vanzelfsprekendheid van katholieke organisaties werd aangetast. In de periode daarna werd de spanning tussen traditioneel, rigide katholicisme en de moderne wereld steeds groter. Waarden van de geseculariseerde maatschappij als democratisering, openbaarheid, liberalisering, wetenschappelijke mentaliteit, gingen niet aan de katholieken voorbij, zij liepen er in die periode zelfs in voorop. De geest van Vaticanum II leek mogelijkheden te bieden om de tegenstellingen te verzoenen. Wat het concilie overigens niet had kunnen veranderen was de kerkelijke hiërarchie en de macht van de paus.

Het initiatief voor een concilie van de Nederlandse kerkprovincie ging uit van de bisschoppen, onder leiding van Bernard kardinaal Alfrink, die verder gingen en ook vernieuwing in de hiërarchie mogelijk wilden maken. Het Pastoraal Concilie werd een experiment in nieuwe gezagsstructuren die noodzakelijk werden geacht voor een relevante kerk in de moderne tijd. Een kerk die geen van bovenaf geleide volkskerk meer was, maar steunde op vrijwilligheid en initiatieven van onder af. Dit was volstrekt nieuw in de kerkgeschiedenis. De Nederlandse bisschoppen waren bereid het gezag niet meer alleen te dragen.

Het Pastoraal Concilie werd geopend in november 1966. Secretaris-generaal was de franciscaan Walter Goddijn, de centrale figuur van alle vernieuwingsbewegingen, de ‘paus van Nederland'. (Zie de archivalia van J.J.O. Goddijn in het KDC.) Er werden 15 studiecommissies ingesteld ter voorbereiding van zes plenaire vergaderingen die van 1968-1970 werden gehouden in het voormalig klein-seminarie van het bisdom Rotterdam te Noordwijkerhout met als belangrijke thema's: gezag in de kerk, de religieuzen [Zie de archivalia van de Commissie van XVII in het KDC], het priestercelibaat.

Deelnemers waren de bisschoppen, 10 gekozen vertegenwoordigers uit ieder bisdom, 10 religieuzen en 15 door de bisschoppen aangewezen vertegenwoordigers ter afspiegeling van de geloofsgemeenschap. Een manco was de oververtegenwoordiging van intellectuelen, vooral in de voorbereidingscommissies en het ontbreken van vertegenwoordigers uit de arbeidersklasse, wat gesignaleerd werd door het NKV.

Het Pastoraal concilie ging onder grote, ook internationale belangstelling van start, die een hoogtepunt bereikte toen in de voorlaatste zitting het celibaat aan de orde kwam. Het door kardinaal Alfrink geuitte voornemen om voort te bouwen op Vaticanum II kon op argwaan van Rome rekenen, waar men het Tweede Vaticaans Concilie als afgesloten beschouwde. De leiding van de wereldkerk had haar eigen informatiebronnen en de pogingen van het Nederlandse episcopaat, waarin kardinaal Alfrink een indrukwekkende rol speelde, om tijdens de bijeenkomsten in dialoog met Rome te komen waren vergeefs.

Het conflict werd voor iedereen duidelijk toen de zitting over het celibaat werd geboycot door de pauselijke internuntius Felici. Sindsdien verhardde de opstelling van Rome, dat door middel van bisschopsbenoemingen er in slaagde iedere vernieuwingspoging te verijdelen. [Zie ook het KDC-archief van het Landelijk Pastoraal Overleg III]

Het Pastoraal Concilie is geschiedenis voor wat betreft concrete resultaten, maar de betekenis als experiment, dat in de toekomst opnieuw relevant zou kunnen worden reikt misschien dieper.

Bronnen: Jan Roes: Het Pastoraal Concilie: een experiment in kerkvernieuwing en kerkvinding. In: Katholiek Nederland na 1945, red. Philippe Stouthard, Gérard van Tillo. Leeszaal KDC, Kast 7 (KN 68); KDC-Knipselcollectie.

Literatuur van en over het Pastoraal Concilie kunt u vinden in RUQuest.
- Bibliografie in: Bibliografieën Katholiek Documentatie Centrum.

KDC - Knipselcollectie
De knipselcollectie bevat naast knipsels uit dag- en weekbladen diverse andere vormen van min of meer losbladige informatie, zoals persberichten van het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP), overlijdensberichten, fotokopieën uit bio- en bibliografische naslagwerken enz. De knipsels over het Pastoraal Concilie zijn beschikbaar in de studiezaal van het KDC.

KDC – Beeld en Geluid
De collectie Beeld en geluid kunt u doorzoeken via de Catalogus van het KDC. Door te zoeken op ‘Pastoraal Concilie’ vindt u het bedoelde materiaal.